BRUNSSUM - Een 38-jarige verdachte uit Brunssum wordt woensdag 26 april voor de supersnelrechter gebracht. Hij moet zich verantwoorden voor het mishandelen, bedreigen en beledigen van een politieagent. Wat het Openbaar Ministerie betreft is iedereen gebaat bij een snelle afdoening.

Ongewenst

Op zaterdagavond 22 april ontvingen twee dienstdoende agenten een melding van een man die aangaf dat er iemand ongewenst in zijn woning in Brunssum verbleef. De melder gaf ook aan dat hij zelf al had geprobeerd deze vriend van zijn zus uit de woning te werken en daarbij ook geweld had gebruikt. Toen dat niet lukte, belde hij de politie. Op het moment dat een van de twee politieagenten de 38-jarige verdachte en zijn vriendin meermaals verzocht de woning te verlaten, duwde de verdachte zijn vriendin aan de kant en gaf hij de betreffende agent een harde vuistslag in het gezicht. Ook bedreigde hij de agent luidkeels met onder meer de uitingen “ik maak je kapot en ik weet waar je woont”. Hij beledigde beide agenten met woorden zoals ‘flikkertjes’ en ‘vuile tyfushonden’.

Geweld tegen personen met een publieke taak

Naast politie en advocaten hebben bijvoorbeeld ook medewerkers bij de overheid, het openbaar vervoer, de zorg, het onderwijs, woningcorporaties en scheidsrechters een publieke taak, Zij moeten hun werk veilig kunnen uitoefenen. Gevolgen van agressie en geweld naar deze medewerkers raakt niet alleen die persoon, maar zorgt er voor dat zij hun publieke taak niet goed kunnen uitvoeren. En dat is juist essentieel voor onze samenleving: deze taken moeten voor iedereen in gelijke omstandigheden beschikbaar zijn. Het is extra belangrijk dat deze functionarissen tegen agressie en geweld worden beschermd.

Eenduidige, effectieve en snelle afhandeling

Politie en het Openbaar Ministerie maakten afspraken dit soort misdrijven eenduidig, effectief en snel af te handelen. Deze zaken krijgen hoge prioriteit en er wordt zo veel mogelijk lik-op-stukbeleid toegepast. Ook kan het OM hogere straffen eisen dan in reguliere zaken.

De verdachte blijft in ieder geval tot aan de zitting in voorlopige hechtenis.