KERKRADE - Een 54-jarige man uit Kerkrade heeft volgens het Openbaar Ministerie (OM) niet gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling toen hij zijn 42-jarige ex-vriendin op 10 juli 2019 doodstak in Kerkrade. Hij had de gelegenheid na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad. Vervolgens heeft hij de daad op gruwelijke wijze uitgevoerd door haar meerdere keren te steken en op klaarlichte dag op straat de hals door te snijden. Vandaag eiste het OM een levenslange gevangenisstraf.

Doordacht plan

Volgens het OM komt uit de politiesystemen naar voren dat het 42-jarige slachtoffer uit Kerkrade sinds april 2019 meerdere malen melding heeft gemaakt van bedreigingen, mishandelingen en diefstal gepleegd door de verdachte. Het OM stelt ook dat de verdachte in de dagen voorafgaand aan de moord een zeer doordacht plan heeft opgezet om met het slachtoffer in contact te komen. Bij dat plan heeft hij gebruik gemaakt van een kwetsbaar persoon. Hij heeft deze persoon aangespoord om een taart bij het slachtoffer te bestellen. Toen het slachtoffer op 10 juli 2019 aangaf een aanbetaling te willen, en hij wist dat ze thuis was om het geld in ontvangst te nemen, heeft hij een mes gekocht om zijn voornemen om haar te vermoorden uit te voeren. Uit die aanloop naar het feit, leidt het OM af dat hij meer dan voldoende tijd heeft gehad om zich te kunnen beraden op het door hem genomen besluit.

Noodweer
De verdachte heeft bekend dat hij de vrouw doodstak, maar claimt dat hij handelde uit noodweer. Het OM vindt de bewering dat de verdachte handelde uit noodweer ongeloofwaardig. Bovendien kan het weerlegd worden met bewijsmiddelen.

Eerder veroordeeld

In het verleden is de verdachte meerdere keren veroordeeld voor geweldsdelicten. Hij heeft een uitgebreid strafblad. In de jaren tachtig en negentig werd de verdachte al veroordeeld voor drie pogingen doodslag en het doodschieten van een man. In 1995 is hij veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf en TBS. De TBS-behandeling is in 2013 beëindigd.

Deskundigen

In lijn met eerdere onderzoeken concluderen deskundigen dat er bij de verdachte sprake is van een verstandelijke beperking in combinatie met een persoonlijkheidsstoornis waardoor hij verminderd toerekeningsvatbaar is. Ook wordt door de specialisten de kans hoog ingeschat dat de verdachte opnieuw de fout in gaat. Het gewicht van zijn strafbare handelen, is ondanks de verminderde toerekeningsvatbaarheid dermate zwaar dat een levenslange gevangenisstraf, gelet op de aard en ernst van het strafbare feit, het hoge recidivegevaar en het strafblad van verdachte, vereist is om de maatschappij maximaal te beschermen.

De uitspraak van de rechter is op 19 mei.