Het fatale arbeidsongeval vond plaats in de ochtend van 19 mei 2023. Het slachtoffer was op dat moment onderweg naar een kantoortje voor een pauze, toen hij werd overreden door een shovel met een laadbak.
Zicht bestuurder ernstig belemmerd
Uit het onderzoek van de Arbeidsinspectie is gebleken dat op het moment van het ongeval de werkomstandigheden op het terrein niet voldeden aan de wettelijke eisen. Zo ontbraken duidelijke looproutes, belijning, verkeersborden en andere voorzieningen die moesten zorgen voor een veilige scheiding tussen voetgangers en rijdend materieel. Ook werd er onvoldoende toezicht gehouden op het veilig gebruik van arbeidsmiddelen, zoals de shovel waarvan de laadbak niet op de juiste hoogte was afgesteld. Het zicht van de bestuurder werd daardoor ernstig belemmerd.
Het risico op aanrijdgevaar was weliswaar bekend en benoemd in de risico-inventarisatie en -evaluatie van het bedrijf, maar concrete maatregelen om deze risico’s te beperken werden niet genomen. Pas na het fatale incident ondernam het bedrijf stappen om de situatie te verbeteren. Na een herinspectie in maart 2024 bleek echter dat het terrein nog steeds niet volledig was aangepast en werden er nieuwe ernstige overtredingen geconstateerd. Dat leidde tot een preventieve stillegging van de werkzaamheden op die plekken.
Diepe sporen bij nabestaanden
Het OM heeft in deze zaak het belang van de nabestaanden nadrukkelijk benoemd. Zij wilden graag dat het bedrijf strafrechtelijk ter verantwoording zouden worden geroepen. “Het fatale ongeval laat diepe sporen na bij de vrouw en de twee kinderen van haar en het overleden slachtoffer,” zei de officier van justitie op zitting.
Strafeis
De officier van justitie eiste gistermiddag een boete van 150.000 euro, waarvan € 30.000 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar tegen het bedrijf wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en dood door schuld. Dit zijn ernstige strafbare feiten. Daarnaast heeft het bedrijf na het ongeval te weinig verantwoordelijkheid genomen voor het structureel verbeteren van arbeidsomstandigheden. Naast de geldboete eist de officier van justitie ook een voorwaardelijke gedeeltelijke stillegging van zes maanden met een proeftijd van drie jaar. Dat houdt in dat het bedrijf geen vervoersbewegingen door mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving op de bedrijfsterreinen van het afvalbedrijf mag laten plaatsvinden, tenzij de verdachte voldoet aan de gestelde voorwaarden. Het gaat dan onder meer om duidelijke en strengere veiligheidsmaatregelen voor deze werkzaamheden en het verlenen van volledige medewerking aan controles van de Arbeidsinspectie.